Hulp en Advies
- Home
- Hulp en Advies
- Postpartum
- Slaappatronen
Slaappatronen

Pasgeborenen baby’s brengen de meeste tijd door met slapen en kunnen maximaal 18 uur slapen in een periode van 24 uur. Maakt u zich geen zorgen als uw baby niet meer dan drie of vier uur achtereen slaapt, dag of nacht. Dit betekent helaas dat u een aantal slapeloze nachten kunt verwachten. Maar dit duurt gelukkig niet erg lang, ook al kan het lang lijken wanneer u van uw slaap wordt beroofd. De eerste paar weken kunnen uitputtend zijn en als u uw baby borstvoeding geeft, kunnen ze vaker en op aandrang willen drinken. Veel moeders die uitsluitend borstvoeding hebben gegeven kunnen in de verleiding komen om ’s nachts een fles afgekolfde melk te gebruiken, overtuigd dat de baby langer zal slapen. Het kan natuurlijk handig zijn als papa een handje helpt om u in staat te stellen om langer te slapen. Maar houdt er rekening mee dat uw borsten snel zullen wennen aan deze routine en minder melk produceren. Het kan enige tijd duren om uw productie van melk weer op pijl te brengen.
De eerste zes maanden moet uw baby in een wieg of kinderbedje slapen in de kamer met mama en papa. Wanneer de baby zes tot acht weken is, gaat hij overdag waarschijnlijk kortere periodes slapen en ’s nachts langer, maar hij zal ’s nachts wakker blijven worden om gevoed te worden. Het is mogelijk dat uw baby de hele nacht blijft slapen als hij acht weken is, maar het is meer waarschijnlijk dat dit pas gebeurt als hij twaalf weken is. Om het ontwikkelen van goede slaapgewoonten te bevorderen, kunt u beginnen met het ontwikkelen van een slaaproutine vanaf zes weken.
Vanaf twee weken kunt u beginnen uw baby het verschil tussen dag en nacht te leren. Kleed hem overdag aan zodra hij wakker wordt, speel met hem, geef hem aandacht en houdt de kamer verlicht. Wees stil tijdens de voeding ‘s nachts, beperk licht en geluid en doe uw pyjama aan zodra het bedtijd is. Leer tijdens zijn eerste drie maanden signalen van vermoeidheid te herkennen, zoals het wrijven in de ogen, huilen, geeuwen, uitrekken en verlies aan interesse in speelgoed en mensen. Als u de signalen herkent, leg hem in de wieg of het kinderbedje. U leert al snel wanneer het tijd is voor een dutje. Begin vanaf zes tot acht weken om de baby te leren zelf in slaap te vallen. Doe hem in zijn bedje wanneer hij slaperig is, maar nog wel alert. Probeer niet om hem elke avond in slaap te wiegen omdat hij dit elke avond zal verwachten.
Veel ouders maken zich de eerste paar maanden zorgen over het risico van wiegendood. Maar er zijn manieren om uw baby in de wieg te leggen die het risico verminderen. Houd de kamertemperatuur tussen 16-20 graden, leg de baby op zijn rug, en leg de baby aan het voeteneinde van de wieg of het kinderbedje zodat hij/zij niet onder de dekens kan schuiven. Het wordt ook aanbevolen om een vlak, stevig en waterdicht matras te gebruiken voor uw baby en niet op de bank, een stoel of een bed te laten slapen. Het is ook aangetoond dat borstvoeding het risico op wiegendood vermindert door de gezondheidsvoordelen van die moedermelk.